Unassigned Traffic GA4 oplossen

Tobias Pennings
November 17, 2023

Binnen de wereld van digitale marketing is data essentieel. Google Analytics 4 (GA4) is op dat gebied een waardevolle tool voor het volgen en analyseren van gebruikersgedrag op websites. Elke klik, paginaweergave en conversie is een stukje van de puzzel waarmee je de juiste beslissingen kan nemen en je strategie kan verfijnen. Er is echter één vervelend probleem dat zelfs de meest ervaren GA4-experts in verwarring kan brengen: unassigned traffic in je GA4 reports.

Wij claimen bij AdPage altijd dat trackingproblemen frustratie nummer één is in de wereld van digitale marketing. Die frustratie is makkelijk te verhelpen dankzij de implementatie van server-side tagging. Maar wij merken dat 'unassigned traffic' binnen Google Analytics op plek twee in de frustratie ranglijst staat. Dat is een complexere frustratie die niet gemakkelijk verholpen kan worden. Maar hoe kan je unassigned oplossen? Er zijn meerdere mogelijkheden om dit te verbeteren die we in dit artikel toelichten.

Wat is 'Unassigned' in Google Analytics 4?

Google Analytics 4 wijst verschillende verkeersbronnen in grotere categorieën toe zodat jij als gebruiker een algemeen overzicht hebt welk type kanalen het beste presteren. Zo wordt verkeer vanuit organische Bing zoekopdrachten en organische Google zoekopdrachten toegevoegd aan een default channel group voor 'Organic Search'. Wanneer Google niet weet waar ze een sessie of een bezoeker aan toe moeten wijzen, wijzen ze dat nergens aan toe en krijgt die sessie of gebruiker dus 'unassigned' als channel group/kanaalgroep.

In totaal zijn er 18 kanaalgroepen waar traffic sources aan toegewezen worden. Google hanteert vaste regels om een verkeersbron aan een default kanaalgroepen toe te wijzen. Die regels kan je hier vinden. Dit zijn de achttien kanaalgroepen:

  • Affiliates
  • Audio
  • Cross-network
  • Direct
  • Display
  • Email
  • Mobile Push Notifications
  • Organic Search
  • Organic Shopping
  • Organic Social
  • Organic Video
  • Paid Other
  • Paid Search
  • Paid Shopping
  • Paid Social
  • Paid Video
  • Referral
  • SMS

Wanneer een traffic source niet gedekt wordt door de standaard Google regels of wanneer Google er niet zeker van is vanuit welke kanaalgroep een gebruiker of sessie op jouw site of app gekomen is, zal het 'unassigned' toegewezen krijgen.

Hoe los je Unassigned Traffic GA4 op?

Er zijn verschillende mogelijkheden om unassigned google analytics traffic op te lossen. Er is alleen geen makkelijke manier om te bekijken welke oplossingen voor jouw situatie van toepassing zijn, dus het handigste is om per oplossing te bekijken of dit toegepast kan worden en of het verstandig is om deze toe te passen.

Daarnaast is er ook een manier om erachter te komen waar Google Analytics de mist in gaat en hoe bepaalde gebruikers of sessies eigenlijk toegewezen hadden moeten worden. Zorg ervoor dat je ieder onderdeel goed doorleest, ook wanneer je op basis van de titel al denkt dat dit niet zal werken voor jouw situatie. Want onderstaande oplossingen worden vaak fout toegepast, zelfs door de meest ervaren marketeers.

Oplossing 1: UTM-parameters gebruiken

UTM-parameters zijn extra onderdelen die je aan het einde van je externe URL’s toevoegt. Wanneer die URL met de UTM-parameters vervolgens wordt bezocht, kan Google Analytics informatie bijhouden, zoals hoe die bezoeker op jouw site terecht gekomen is. Als je dus nog geen UTM-parameters in je campagnes en andere externe links gebruikt, kan Google niet aflezen waar een gebruiker vandaan komt. Omdat jij en Google Analytics blind zijn voor alle stappen die een bezoeker op andere sites of platformen neemt voordat ze bij jou terecht komen, lijkt die persoon voor Google vanuit het niets op jouw site terecht gekomen.

Hier zie je een voorbeeld van een URL met UTM-parameters. Wanneer via een link op LinkedIn naar onze blogs zou klikken, verschijn je op onze pagina met deze URL in jouw adresbalk in de browser:

https://www.adpage.io/post/ga4-rapporten?utm_source=linkedin&utm_medium=social&utm_content=blog-ga4-rapporten-delen

UTM-parameters voorbeeld

Rood onderstreept in de screenshot zijn de UTM-parameters die voor trackingdoeleinden aan de URL van deze blogpost is toegevoegd. Je zult merken dat het begint met een "?" en bevat de volgende parameters: utm_content, utm_medium en utm_source.

De toevoeging van deze UTM-parameters verandert niets aan de inhoud van de pagina. Wel zorgt dit ervoor dat Google Analytics de herkomst van de bezoeker kan interpreteren. ​

Er zijn vijf standaard utm-parameters die je kan gebruiken. Wanneer je UTM-parameters gaat gebruiken in je campagnes, raden wij aan om altijd minstens utm_source, utm_medium en utm_campaign te gebruiken.

utm_source

Dit geeft de bron van de herkomst aan, oftewel vanuit welke site of vanaf welk platform de gebruiker is gekomen. Voorbeelden hiervan zijn: linkedin, facebook, tiktok of youtube.

utm_medium

Dit geeft het medium van de herkomst aan, oftewel vanaf welke marketingkanalen een bezoeker op je site terecht is gekomen. Voorbeelden hiervan zijn: social, cpc, email or organic.

utm_campaign

Dit geeft de campagne van de herkomst aan, oftewel dankzij welke campagne is de gebruiker op je site terecht gekomen. Wanneer je verschillende campagnes op één platform gebruikt, zullen utm_source en utm_medium gelijk zijn voor al die campagnes. Dus dan kan je utm_campaign goed gebruiken om onderscheid te maken tussen de verschillende campagnes vanaf één platform. Je bent voor utm_campaign vrij om zelf te kiezen wat je hier toevoegt.

Voor een Meta campagne stel je bijvoorbeeld de UTM-parameters "utm_source=facebook", "utm_medium=paid_social" en "utm_campaign=leads_verzamelen" in zoals deze regels aangeven. Binnen Google Analytics wordt de unassigned traffic die eigenlijk via een Meta campagne binnen zou komen, voortaan wel goed toegewezen.

Oplossing 2: UTM-parameters juist instellen

Mocht je de eerste oplossing gelezen hebben en gedacht hebben: "Dat heb ik al lang ingesteld, dit kan niet de oplossing voor mij zijn." Dan is de kans groot dat je nu bij de juiste oplossing bent aangekomen. Wij zien nog te vaak dat marketeers en webbeheerders hun UTM-parameters verkeerd of op de verkeerde plek ingesteld hebben.

Wanneer je UTM-parameters gebruikt die niet door Google herkend worden, weet Google niet aan welke kanaalgroep ze een bezoeker of sessie moeten toewijzen. Als je bijvoorbeeld een gratis e-boek aanbiedt en je de UTM-parameter "utm_medium=pdf" gebruikt, weet GA4 niet aan welke kanaalgroep dit moet worden toegekend. Al het verkeer dat via die URL op je site binnenkomt wordt dus weergeven als 'unassigned'.

Maar naast dit e-boek voorbeeld zijn er ook veel ondernemers en marketeers die compleet verkeerde UTM-parameters toevoegen aan hun campagnes. Die gebruiken dan bijvoorbeeld "utm_medium=mail" in plaats van "utm_medium=email" of die gebruiken "utm_source=paid-social" in plaats van "utm_source=facebook". Check dus altijd of je UTM-parameters overeenkomen met de standaard regels die Google hanteert.

Voor Meta adviseren wij de volgende query parameters:

utm_source=facebook&utm_medium=paid&utm_source_platform={{placement}}&utm_campaign={{campaign.name}}&utm_term={{adset.name}}&utm_content={{ad.name}}

Daarnaast kan je ook UTM-parameters op de verkeerde plek toevoegen. Zo zijn er bijvoorbeeld binnen de Meta Ads Manager twee verschillende plekken in een campagne waar je UTM-parameters toe kan voegen. Dit kan direct bij de bestemmings-URL of bij de trackinginstellingen. Uit ervaring blijkt het dat als je UTM-parameters toevoegt bij de trackinginstellingen (de rode pijl op onderstaande screenshot), dat je dan last krijgt van unassigned GA4 traffic. Wanneer je de UTM-parameters direct toevoegt bij de bestemmings-URL is dit niet het geval.

URL-parameters in de Bijhouden-instellingen van een Meta campagne

Oplossing 3: Engelse termen gebruiken in je UTM-parameters

Wanneer je browser of je Google account op een andere taal dan Engels ingesteld is, zullen de kanaalgroepen ook vertaald worden vanuit het Engels. Binnenin Google Analytics zal je wellicht Nederlandse kanaalgroepen zoals partners, organische verkeer of verwijzingen zien. Dan lijkt het ook vanzelfsprekend dat je die Nederlandse termen kan gebruiken in je UTM-parameters. Maar dat werkt helaas dus niet goed op dit moment.

Wanneer je bijvoorbeeld utm_medium=partners toevoegt aan een URL, zal het verkeer via deze URL niet assigned kunnen worden. Google gebruikt standaard vertalingen in Analytics, maar deze vertaling van de kanaalgroep Affiliates kan je zelf niet gebruiken in je UTMs. Gebruik daarom altijd de Engelse termen uit de lijst van GA4 kanaalgroepen.

Oplossing 4: Oorspronkelijke sessies van unassigned traffic checken

Het aantal aankopen wat gedaan wordt bij een eerste contactmoment is extreem laag. Aankopen worden niet vaak in de eerste sessie gemaakt. Men heeft vaak langer de tijd nodig om te beslissen of ze een aankoop gaan doen. Wanneer iemand dus tijdens de eerste sessie via je Meta campagne binnenkomt en een paar dagen later direct terugkomt om de aankoop werkelijk te maken, kan GA4 moeite hebben met het toewijzen van deze conversie.

Voor unassigned traffic in GA4 en voor unassigned conversies kan er alsnog bekeken worden hoe die bezoeker ooit op de site terecht gekomen is. Wanneer je binnen het GA4-rapport 'verkeersaqcuisitie' een extra variabele toevoegt zoals 'Bron voor nieuwe gebruiker' of 'Medium voor nieuwe gebruiker' kan je zien dat de eerste sessie van unassigned traffic alsnog toegewezen kan worden. In onderstaand screenshot kan je hier een voorbeeld van zien.

Verkeersaquisitie-rapport met bron voor nieuwe gebruiker als extra variabele

Hoe kan ik bovenstaande screenshot in mijn GA4 zien?

Open je verkeersacquisitie rapport in GA4. De standaardvariabele van dit rapport is 'Standaard kanaalgroep voor sessie'. In ieder GA4-rapport kan je altijd een extra variabele toevoegen via het blauwe plusje rechts van de standaardvariabelen. Daar kan je veel verschillende type variabelen toevoegen, zo ook 'Bron voor nieuwe gebruiker' of 'Medium voor nieuwe gebruiker'.

De locatie van het blauwe plusje om een extra variabele toe te voegen

Om dan nog te filteren op alleen de unassigned standaard kanaalgroepen, kan je gebruik maken van de zoekbalk linksboven de tabel.

Alleen filteren op unassigned via de zoekbalk

Let hierbij wel op dat je UTM-parameters al langere tijd in gebruik moet hebben. Zonder UTM-parameters tijdens voorgaande sessies zal je hier alsnog geen antwoorden krijgen omdat het dan alsnog aan (direct) of (not set) toegewezen wordt.

Oplossing 5: Je CMP controleren

Een Consent Management Platform (CMP) speelt een cruciale rol bij het waarborgen van privacy in online tracking. Wanneer de verkeersbron in Google Analytics als 'unassigned' wordt weergegeven, kan dit te maken hebben met hoe een CMP ingesteld is. Ten eerste weigeren sommige gebruikers actief cookies en tracking, waardoor hun informatie niet wordt vastgelegd en alles wat ze doen als 'unassigned' of als 'not set' in GA4 toegewezen worden. Ten tweede kan een onjuist geconfigureerd CMP resulteren in het niet correct opslaan en doorgeven van gebruikersinformatie.

Om deze problemen aan te pakken, zal je je CMP-instellingen zorgvuldig moeten controleren. Controleer of alle nodige toestemmingen correct zijn ingesteld en of er geen fouten zijn in de configuratie. Dit proces zal ervoor dat je CMP effectief functioneert, waardoor het 'unassigned' label in Google Analytics wordt geminimaliseerd. Door proactief je CMP te beheren, waarborg je niet alleen de privacy van gebruikers, maar garandeer je ook nauwkeurige gegevensverzameling voor waardevolle analyses.

Oplossing 6: De Google Tag als eerste activeren

Maak jij gebruik van server-side tagging? Dan kan deze oplossing voor jou nut hebben. Maak je hier nog geen gebruik van? Waar wacht je op? Het einde van third-party cookies komt steeds dichterbij en je wilt je tracking op orde hebben, toch? Als jij hier meer over wilt weten, schrijf je dan in voor ons eerstvolgende webinar. Deze unassigned traffic oplossing is wel alleen toepasbaar voor websites die gebruik maken van server-side tagging.

Via server-side tagging wordt er een Google Tag (configuratietag) vanaf de web container afgevuurd op iedere pagina, deze configuratietag zorgt ervoor dat de web container met de server container kan communiceren. Deze Google Tag kan getriggerd worden wanneer een pagina bekeken wordt. Deze tag kan je bijvoorbeeld ook triggeren op de initialisatie van een pagina, hierdoor wordt deze altijd eerder dan alle andere tags afgevuurd. Zo voorkom je dat een gebeurtenis-tag eerder getriggerd wordt dan de Google Tag en dat resultaten '(not set)' als waarde krijgen.

De trigger voor de Google Tag (configuratietag) aanpassen

Oplossing 7: De connectie tussen Google Ads en Analytics juist instellen

Als je naast Google Analytics ook Google Ads gebruikt, moet je Google Analytics 4-property wel gekoppeld zijn aan je Google Ads-account zodat de gegevens vanuit Google Ads zichtbaar zijn in GA4. Je kunt die connectie controleren en repareren vanuit zowel Google Analytics als Google Ads. Als je de connectie maakt vanuit Google Analytics, zou deze ook zichtbaar moeten zijn in Google Ads en vice versa. Om te controleren of je connectie tussen Google Ads en GA4 werkt, doorloop je drie stappen:

Google Ads met Google Analytics koppelen vanuit Google Analytics

In je Google Analytics beheer-instellingen kan je je productkoppelingen bekijken. Hier kan je controleren onder de Google Ads koppelingen of er een koppeling met je Google Ads account aanwezig is. Als je Google Ads account niet vermeld staat, kan je deze koppelen door de instructies te volgen nadat je op de 'Koppelen' knop hebt geklikt.

Google Ads koppelingen binnen Google Analytics

Google Analytics met Google Ads koppelen vanuit Google Ads

Vanuit Google Ads kan er ook een koppeling met Google Analytics gemaakt worden. Deze kan je in je Google Ads account zien onder 'Gekoppelde Accounts' in je instellingen. Onder je gekoppelde accounts en producten, zoek naar Google Analytics (GA4) en Firebase en klik vervolgens op 'Beheren en koppelen'. In de statuskolom kan het zo zijn dat de status "Niet gekoppeld" is, volg dan de instructies om Google Ads en Analytics te koppelen.

Gekoppelde accounts binnen Google Ads

Automatisch taggen binnen Google Ads is niet aangezet

Binnen je Google Ads instellingen kan het zo zijn dat het auto-taggen niet aanstaat. Auto-taggen zorgt ervoor dat conversies op Google Ads en Google Analytics gecontroleerd en gekoppeld worden. Om dit te controleren ga je binnen Google Ads naar je accountinstellingen en klik je op de sectie 'Autocodering'. Als het vinkje naast 'Tag de URL waarop mensen doorklikken vanuit mijn advertentie' niet aangevinkt is, staat automatisch taggen uit. Zorg ervoor dat deze aanstaat.

Autocodering binnen Google Ads

Oplossing 8: Een schone GA4 property opzetten

Niet alleen vanaf jouw site kunnen er gebeurtenissen naar GA4 verstuurd worden. Ook vanuit andere platformen zoals email service providers, CRM systemen of plugins op je site worden gebeurtenissen verstuurd. Deze gebeurtenissen die niet door jouzelf verstuurd worden, zullen wellicht niet juist ingesteld staan waardoor die voor veel unassigned traffic zorgen. GA4 kan namelijk niet zien bij welke sessies die gebeurtenissen horen en hoe de gebruikers van die onbekende gebeurtenissen op je site terecht gekomen zijn.

Door een nieuwe GA4-property aan te maken, begin je in feite met een schone lei. Dit komt doordat elke GA4 property een unieke measurement ID heeft en er nog niks naar je nieuwe measurement ID gestuurd is. Door over te schakelen naar een nieuwe property zorg je ervoor dat er geen gegevens van andere bronnen worden ontvangen, aangezien de measurement ID volledig anders is. Door deze methode te gebruiken, zorg je voor een duidelijke scheiding van gegevensbronnen en ben je beter in staat om nauwkeurige analyses te maken.

Oplossing 9: Je volledige tracking setup verbeteren

Er kunnen andere aspecten van je tracking niet goed ingesteld zijn zoals je DataLayer of het gebruik van het Measurement Protocol. Deze zijn wat moeilijker te ontdekken en op te lossen. Maar met een tracking scan zouden problemen wel boven water kunnen komen.

Vraag een gratis tracking scan aan voor jouw site.

Oplossing 10: Je oude GA4 connectie ontkoppelen

Als je al gebruik maakt van server-side tagging, kan één van de redenen van je unassigned traffic een oude GA4 connectie zijn. Wanneer je in GA4 data via je server ontvangt wil je geen data vanuit andere plekken ontvangen. Door een GA4 koppeling vanuit bijvoorbeeld je CMS zal je je data vervuilen. Hieronder zal er per CMS kort uitgelegd worden waar je de oude GA4 connectie kan vinden om te ontkoppelen. Let wel op dat als je niet data vanuit een server naar GA4 verstuurd, moet je deze oplossing niet uitvoeren.

Shopify

Ga binnen je Shopify store naar de 'Youtube & Google' applicatie binnen Apps. Daar kan je de Google Analytics property vinden en ontkoppelen.

Google Analytics property ontkoppelen binnen Shopify

Magento

In Magento ga je naar Winkels en dan naar de Configuratie instellingen.

Configuratie-instellingen in Magento

Daarna ga je onder het kopje Verkopen naar Google Ads. Hier kan je zien of je nog een connectie met Google Analytics hebt. Zo ja, dan kan je die ontkoppelen.

Een ontkoppelde Google Analytics connectie binnen Magento

Phoenix

Binnen Phoenix kan je het GA4 script, en de scripts van andere platformen, onder Scripts in je instellingen vinden. Daar kan je overbodige scripts op inactief zetten.

Phoenix scripts

Lightspeed (C-Series)

Binnen Lightspeed kan je de GA4 connectie vinden in je Instellingen. Daar ga je naar Webstatistieken. Daar kan je zowel je Google Analytics 4 en je Facebook connectie instellen en ontkoppelen.

Webstatistieken in Lightspeed instellingen

Wordpress / WooCommerce

Binnen Wordpress zijn er veel verschillende applicaties waarmee er een connectie met GA4 gemaakt kan worden. De voornaamste manier is via de Google Site Kit plugin. Als je die plugin opent kan je onder andere je GA4 connectie zien en vanuit daar kan je die ook ontkoppelen.

Google Site Kit in Wordpress

Oplossing 11: Rapportage identiteit

Binnen GA4 kan je ook je rapportage identiteit aanpassen. Wanneer je tracking niet helemaal op orde is, kan het zo zijn dat de gebruikers-ID, Google-Signalen en de apparaat-ID niet goed doorgestuurd worden. Maar dit zijn wel de standaard methoden voor Google Analytics om gebruikers aan gebeurtenissen te koppelen. Wanneer je in je rapportage-identiteit op 'Geobserveerd' ingesteld hebt, kan het zo zijn dat alle sessies waar de eerdergenoemde methoden niet aanwezig zijn, niet toegewezen kunnen worden.

Je hebt de mogelijkheid om minder methoden te gebruiken om gebruikers aan sessies te koppelen. Zo kan je ook voor 'Apparaatgebaseerd' kiezen in de rapportage-identiteit instellingen. Dan koppel je gebruikers alleen aan sessies op basis van apparaat-ID. Deze oplossing kan er dus voor zorgen dat je minder unassigned traffic hebt, maar hierdoor loop je wel het risico om gebruikers niet aan de juiste sessies te koppelen. Wij raden deze oplossing niet aan, behalve als alle andere oplossingen er niet voor hebben gezorgd dat je unassigned traffic opgelost is.

Apparaatgebaseerde rapportage-identiteit

Oplossing 12: Dataverwerkingsperiode

Het kost Google Analytics tussen de 24 en 48 uur om gegevens te verwerken. Dus als je naar je rapporten van vandaag of gisteren kijkt, kan je een toename in 'Unassigned'-verkeer zien. Dit is normaal in GA4, dus dan kun je beter een datumreeks pakken die langer is dan 48 uur. Controleer dezelfde periode op een later moment, en het aantal 'Unassigned'-sessies in Google Analytics 4 zou verminderd kunnen zijn.

Meer weten over GA4?

Wil je meer te weten komen over de mogelijkheden van rapporten binnen Google Analytics 4? Bekijk dan ons blog-artikel over GA4 rapporten.